Wat is schoolcultuur?
De schoolcultuur is de set van gedeelde sociale relaties, waarden en normen, structuren en interacties tussen directie, leerkrachten en leerlingen. Ruwweg genomen zou je kunnen zeggen de schoolcultuur de onderlinge omgang met elkaar in het schoolgebeuren betreft.
Doordat deze omgang altijd is opgebouwd door een aantal particuliere mensen, is de schoolcultuur voor elke school uniek en voor elke persoon op school multidimensioneel daar zij telkens deel uitmaken van kleinere subculturen. Zo kan de leerlingencultuur en de leerkrachtencultuur sterk verschillen.
Echter zijn er telkens een aantal gemeenschappelijkheden binnen de schoolcultuur:
- leiderschap (mate van inspraak en inbreng van leerkrachten en ander personeel)
- Leerlingenparticipatie (een leerlingenparlement/leerlingenraad en daarmee dus de mate van inspraak en inbreng die leerlingen hebben)
- relatie leraar-leerling (wijze van omgang)
- de organisatie en structuur van de school (het schoolreglement, hiërarchische structuur ...)
- relaties buiten de school (organisaties in de buurt, organisaties actief binnen burgerschapsthema's, ouderbetrokkenheid, ...)
Het belang van de schoolcultuur
Uit het ICCS-onderzoek naar burgerschap in Vlaanderen:
"Een aandachtspunt voor Vlaamse scholen ligt volgens dit onderzoek bij een ambitieuzere aanpak van burgerschapseducatie op school. De klemtoon mag niet enkel liggen op kennisoverdracht of concrete en eenmalige burgerschapsinitiatieven. Naast deze initiatieven is er ook nood aan een verankering van burgerschap in het DNA van de school. Deze verankering zou zich moeten weerspiegelen in een sterkere betrokkenheid van leerlingen, leerkrachten en ouders bij de school en omgekeerd van de school op de maatschappij."
Hoe stimuleer je burgerschap doorheen je schoolcultuur?
Alle elementen die een schoolcultuur omvatten maken dat een school een representatie wordt van een maatschappelijk model. Daar een school als een mini-samenleving benaderd wordt, biedt zij ook kansen om aan burgerschap te werken.
Terwijl de schoolcultuur altijd een aanvullende functie zal hebben bovenop vakken en projecten zal een school die weinig inbreng laat voor leerlingen, in welke organisatievorm dan ook geen kritisch en actief burgerschap kunnen nastreven. Theorie en praktijk dienen hand in hand te gaan.
Op de volgende elementen kan een school invloed uitoefenen zodoende de burgerschapsontwikkeling van haar leerlingen te stimuleren binnen een schoolcultuur:
1. Open klasklimaat
Studies tonen aan dat burgerschap in het lesaanbod vooral effect heeft als er een veilig en open klasklimaat is om zaken te bespreken. Er zijn verschillende manieren om een open klasklimaat te ontwikkelen, zowel in vakken als projecten. Enkele voorbeelden:
- Open klasdiscussies
- Buddy-projecten
- Het organiseren van leerlingenbevragingen vanuit vak/project
- Mogelijkheid tot deelname in beslissingsproces
- Leerlingen die onderdeel zijn van vakgroepen en werkgroepen ...
2. Externe partnerschappen en brede school
De school kan op zoek gaan naar losse of structurele partnerschappen buiten de school aangaan. Burgerschap gaat bij uitstek over de maatschappij dus het is belangrijk om de brug te leggen met maatschappelijke organisaties en instanties buiten de school.
De brede schoolwerking is het gegeven dat verschillende organisaties in de buurt - waaronder minstens één school - samenwerken aan een brede leer- en leefomgeving van kinderen en jongeren. Ze maken vaak de brug tussen school en vrije tijd maar ook ouders worden actief betrokken ( bijvoorbeeld via een ouderraad, jury evaluatie, ouderdagen, ...).
Enkele tips zijn:
- Gebruik een manier om je netwerk rond de school in kaart te brengen. Je maakt expliciet hoe jullie extern samenwerken en het stimuleert om na te denken over afwezige partnerschappen die kunnen bijdragen tot goed burgerschapsonderwijs.
- Probeer te streven naar continuïteit met partners aangezien samenwerkingen niet direct vlot lopen en vaak een leerproces zijn. Dat wil echter niet zeggen dat scholen hun netwerk niet kunnen aanwenden voor kortere samenwerkingen op basis van een concrete leervraag.
- Potential to teach heeft een netwerkthermometer om te peilen hoe de samenwerking is binnen je schoolnetwerk (de school, CLB, pedagogische begeleiding en ondersteuners van het ondersteuningsnetwerk). Dit kan handig zijn om mogelijke pijnpunten en sterktes te detecteren. Hier onder kan je de leidraad en thermometer downloaden.
- Katholiek Onderwijs Vlaanderen stelt een fiche voor om te reflecteren over welke types samenwerkingen er zijn op school, zoals socio-culturele partners, opvoedingsondersteunende partners, financiële partners, welzijn- en gezondheidspartners en partners voor vorming. De fiche kan je hier ook downloaden om te bespreken welke partnerschappen er zijn op school.
3. Prioriteiten kiezen
- Je schoolcultuur is altijd uniek doordat ze bepaald wordt door de aanwezige diversiteit binnen je leerlingenpubliek. Leraren moeten bijvoorbeeld rekening houden met de onderwijsvorm, socio-economische status, etniciteit, thuistaal, gender en seksuele oriëntatie van leerlingen. Als school heb je de mogelijkheid om die diversiteit te vieren door prioriteiten te kiezen in de bouwstenen. Je kan hierbij enerzijds vertrekken vanuit bepaalde sterktes bij je leerlingen of net inzetten op burgerschapscompetenties waar er niet genoeg op geoefend kan worden.
Enkele voorbeelden:
- Op een witte school zijn er weinig oefenkansen voor de leerlingen om te leren over culturele, etnische en religieuze diversiteit. De school kiest om dit een prioriteit te maken en zet in op uitwisseling met andere (internationale) scholen.
- Vlaams onderzoek wijst uit dat jongens vaker dan meisjes kiezen voor interactieve activiteiten waarbij ze hun mening kunnen vertellen terwijl meisjes zich liever naar activiteiten of organisaties gaan en opdrachten die inzetten op de leerlingen hun eigen organisatorische vaardigheden. De school kiest om in te zetten op beide soorten activiteiten.
- In de scholen in de arbeidsmarkt finaliteit hebben de vele stages een sterk arbeidsgerichte focus bij de leerlingen. Dit wordt soms als een belemmerende factoren vermeld om aan burgerschap te doen. De school kiest om de leerlingen te laten reflecteren over de maatschappelijk impact van onder andere hun stagebedrijf en hoe zij zich kunnen engageren.
Je kan als school de nadruk leggen op één van de bouwstenen van burgerschap op basis van een nood die ervaren wordt. Dit kan door in je leerlijn prioriteiten te leggen.
4. Leerlingenparticipatie
Burgerschap veronderstelt de mogelijkheid om in interactie (samenwerken, discussie, ...) te treden. Veel bevraagde scholen wijzen leerlingenparticipatie aan als een groeipunt. Er is bijvoorbeeld een leerlingenraad maar weinig leerlingen zijn betrokken, in de lessen is de betrokkenheid heel verschillend en afhankelijk van het vak of er zijn teveel losse initiatieven op school.
Een veelvoorkomend obstakel is dat leerlingen bij initiatieven botsen op het schoolreglement op vlak van gsm-gebruik of kledingvoorschriften waardoor ze het gevoel krijgen ‘dat er toch niks veranderd op school’ en dat er niet naar hun inspraak geluisterd wordt. Een tweede obstakel is hoe leerlingenparticipatie meer duurzaam kan worden en verder reikt dan losse initiatieven.
Enkele good practices
- De leerlingenraad begon vrij klein en was initieel niet opgesplitst per graad, naarmate er interesse kwam en de groep heel groot werd is er per graad een leerlingenraad gekomen.
- De directie komt luisteren naar de voorstellen en leerlingen mogen pittige vragen stellen aan de schoolleiding
- Er komt regelmatig een jury naar school om mee te werken aan evaluatie maar ook om met de leerlingen in gesprek te gaan en ze te leren dat ze hun stem gebruiken.
- In veel verschillende vakken en projecten moeten leerlingen hun stem gebruiken (via woord, beeld, video) om te leren hoe ze hun stem kunnen gebruiken en welke vorm voor hen comfortabel is.
- Inzetten op een goede alumniwerking en oud leerlingen bevragen wat anders kan gedaan worden
- Een samenwerking tussen leerlingen die ontstaan is vanuit de leerlingenraad: leerlingen uit de derde graad gaan leerlingen uit de eerste graad helpen om smartschool aan te leren, ondersteunen mee de oudercontacten, …
- Vaste informatiemomenten per trimester inbouwen waarbij aspecten over de schoolregels besproken worden. De leerlingen gaan in gesprek met de directie over waar zij tegen aanlopen.
- Inspraak vragen over de lesinhoud aan leerlingen
Hier kan je nog enkele inspiratiebronnen vinden:
- Op de website van de scholierenkoepel kan je inspiratie vinden en een traject aanvragen.
- Hier kan je ideetjes vinden om in de les toe te passen als leerkracht, bijvoorbeeld om leerlingen inspraak te geven op vlak van evaluatie
- Op de pagina van Conflixers kan je verschillende vormen van samenwerkingen tussen leerlingen vinden op school: een buddysysteem, vertrouwensleerlingen en leerlingenbemiddeling.
- Je kan via de onderstaande pdf bestanden 75 ideeën lezen om participatie op school te verhogen en samen in team de reflectieoefening maken via de inspraakladder over de vraag 'in welke mate hebben onze leerlingen inspraak?'
Inspirerende Voorbeelden
abc