Teamstructuur

Volgens Van der Hilst (2019) is er vaak een grote focus op de teamcultuur als het gaat over samenwerken tussen leraren. Er is te weinig aandacht voor teamstructuur, waarover minder kennis aanwezig is binnen veel scholen. 

Teamvormen

Er zijn veel verschillende teams om aan burgerschap te werken op school. Afhankelijk van de school en het doel van de samenwerking, zijn sommige teamvormen al meer geschikt dan andere. 

We geven hier een niet exhaustieve opsomming van teamvormen met de sterktes en valkuilen die meestal gepaard gaan met de vorm. Je kan meer informatie vinden als je doorklikt op de teamvorm in het kader. Je kan ook een fiche downloaden om na te gaan welke teamvormen het beste geschikt zijn om aan de slag te gaan met burgerschap op jouw school.

 

Soorten teams

Binnen de bovenstaande teamvormen kunnen we twee soorten teamstructuren onderscheiden.

Regulier team

Bestaan lang

Multidisciplinair (leerteam) of monodisciplinair (vakgroep)

Vaak groter

Doel is vaak meer ambigue

Vaak minder efficiënt

Opgave team

Bestaan naar gelang de duurtijd van de opgave

Meestal multidisciplinair

Vaak beperktere omvang

Duidelijke doeleinden

Vaak efficiënter (Derksen, 2019)

Bij reguliere teams worden alle leden van de organisatie verdeeld in een groep en zij krijgen omvangrijke taken toebedeeld.

Bijvoorbeeld: vakgroepen, werkgroepen, teamteaching, leerteams. 

Opgaveteams starten bij een specifieke opgave, waarna de juiste mensen gezocht worden om het team te vervoegen.

Bijvoorbeeld: ontwikkelteams, projectteams, professionele leergemeenschap rond een burgerschap. 

Structuur in kaart brengen

Het is van belang de teamstructuur in beeld te brengen op school. Dit doe je best via aan organogram te tekenen en stil te staan bij de volgende vragen: 

  • Welke actoren zijn er allemaal en hoe verhouden ze zich tot elkaar?
  • Waarom organiseren we ons op deze manier?
  • Wat loopt goed en willen we behouden?
  • Wat willen we verbeteren?
  • Wat willen we nog weten?

Het is van belang dat teams een plaats krijgen in de organogram en dat het niet alleen gericht is op individuele leraren en medewerkers. 

Zo is het van belang om een beeld te krijgen hoe de samenwerking bijvoorbeeld verloopt tussen directie, (graad)coördinatoren, teamleiders en leraren. 

organogram

Top down of bottom up?

 

 

Wat werkt? 

Voortrekkers hebben is van belang en dit komt het beste tot zijn recht als dit gebeurt binnen een omkaderde structuur. Als er een coördinator is of meerdere coördinerende verantwoordelijken, dan werken scholen doorgaans meer aan burgerschap. Dit gaat vaak over vrijgemaakte uren die kunnen gespendeerd worden aan burgerschap vormgeven in samenwerking met het team. Of de coördinerende persoon nu van een adjunct-directeur, een graadcoördinator of een zorgcoördinator is, het meest cruciale is dat taken samengebracht worden zodat er op een structurele manier gewerkt wordt aan de vakoverschrijdende thema’s. 

Scholen die een minder sterke hiërarchische structuur hebben, hebben in het algemeen een vlottere werking, meer motivatie en samenwerking. Het is echter niet zo dat hiërarchische scholen minder aan burgerschapsonderwijs werken. Bij hiërarchische als bottom-up scholen zijn er veel voorbeelden van zowel actieve als passieve burgerschapsscholen.

Het topdown en bottom-upgehalte varieert sterk tussen scholen.

Structuur 1

In structuur 1 legt de directie een kader op aan werkgroepen waarbij de coördinator veel zelf uitvoert en de werkgroepen ondersteunt.

Structuur2

 In de tweede structuur denkt de directie en/ of coördinator alles uit en voeren de werkgroepen uit.

Structuur 3

 In de derde structuur er is sprake van de meest sterke top-down sturing doordat de adjunct/directie het gehele proces in eigen handen houdt, dit doorspeelt naar de (graad)coördinatoren die verantwoordelijk zijn voor de vakoverschrijdende eindtermen, waar zij het doorgeven aan individuele leraren.

Structuur 4

Het laatste model is veel meer bottom-up. De werkgroepen krijgen het vertrouwen van de directie, hebben veel agency en de coördinatoren hebben een ondersteunende rol zonder al te veel sturing.